
Michelle
Kunstportfolio
Hofcultuur
Hofcultuur staat vooral bekend als de tijd van de renaissance, barok, Lodewijk XIV, Leonardo da Vinci, Michelangelo, pracht en praal. De hofcultuur nam plaats in de zestien en zeventiende eeuw, voornamelijk in Frankrijk en Italië. De hofkunst was gedeeltelijk gebaseerd op de klassieke oudheid, deze wedergeboorte van de klassieke kunst heet de renaissance. De kunstenaars werkten in opdracht van het hof voor het hof.
​
Het meeste kunst in deze tijd was te zien aan het hof, de bouwkunst, schilderijen, beelden en de theatervoorstellingen. Buiten het hof konden de armere burgers toch wel nog genieten van deze kunst door onder andere straatfeesten en wagenoptochten. Straatartiesten zouden dan bijvoorbeeld gaan zingen, een voorstelling geven of mime spelen.
​
​
​
​
In de hofkunst speelt de gulden snede een erg grote rol. Het werd gebruikt
in gebouwen, schilderijen en kan in zo bijna alles gevonden worden, zelfs
in iets wat er erg abstract en willekeurig uitziet. Een voorbeeld hiervan is
Piet Mondriaan, die zo gezegd al zijn schilderijen compleet willekeurig
geschilderd heeft met veel verschillende maten.
​
De gulden snede, golden ratio, werd niet alleen in de hofcultuur gebruikt
maar wordt nog steeds gebruikt Voor fotografie is de gulden snede ook
erg handig om dee mooiste foto te krijgen.
​
​
​
Schoonheid en harmonie waren
de twee belangrijkste concepten
van het hofcultuur. De gulden
snede gaat om de harmonie, de
evenwicht, en die harmonie
creëert dan weer schoonheid.
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
De verhoudingen in kunst kan gezien worden in de bekende opmerking
van Vitruvius over het menselijke lichaam. Dit was de man van Vitruvius.
Als je aan hofcultuur denkt is dit één van de eerste dingen die bij je op
komt. Dit is ook een veel gebruikt concept om schoonheid te creëren.
​
Dat het menselijk lichaam aan deze verhouding horen te voldoen is een
humanistische ideaal. In de zestiende eeuw was het ideaal van de homo
universalis in praktijk gebracht.
​
Hier rechts is de Vitruvius man van Da Vinci, hij had deze gemaakt
gebaseerd op de beschrijving van Vitruvius. Deze versie is ook bekender
dan het origineel.
​
​
​
​
​
​
​
Tijdens de renaissance gingen ze heel veel antieke beelden van de Griekse en romeinse tijd, waaronder die van Griekse mythologische figuren. Hieronder staan drie Mythologische figuren.
​
​
De onfortuinlijke Koning Midas Dionysos Pegasus
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
De hofcultuur bestaat uit vooral twee delen, Barok en Renaissance. Ook al zijn Barok en Renaissance beide deel van deze tijd, zien ze er erg verschillen uit. De schilderijen van Barok maken gebruik van picturale, ruimtelijke en a-tectonische eigenschappen, eenheden en relatieve duidelijkheid. In de Renaissance waren de schilderijen lineair, vlak en tektonisch, ze maakten ook gebruik van veelheid en absolute duidelijkheid. Het grootste verschillen tussen deze twee, zijn dat Renaissance lineair en vlak is en dat Barok picturaal en ruimtelijk is.
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​
​



Een kunstenaar in deze tijd moest om succesvol te zijn zich verdiepen in de geometrie, optica, het perspectief, gulden snede, symmetrie, verhouding en de compositie regels kennen.



De rijke koning van Frygië bewees de god Dionysos een dienst en als dank zou hij één wens vervullen. Hij wenste dat alles wat hij aanraakt goud zou worden. Deze wens zorgde voor veel problemen, het eten, wijn en zelfs zijn eigen dochter werd in goud veranderd.

Dionysos is de god van de landbouw, vruchtbare natuur, de wijnbouw en en van het plezier en de dans. Hij is de zoon van Zeus en Semele.

De pegasus is het bekende gevleugelde paard, origineel van de griekse mythologie.

De geboorte van Venus
Renaissance, dit kan je goed zien aan dat het helemaal vlak is geschilderd
Barok, als je deze vergelijkt met de schilderij links, zie je dat het een stuk ruimtelijker is, dit is voornamelijk door het donker-licht contrast


Renaissance,
kunstenaars focuste meestal meer op de pose van het lichaam dan dat het bewegend leek waardoor de schilderijen vaker vlak en soms zelfs stijf werden

De Mona Lisa is misschien wel de bekendste van de periode Renaissance.


Barok,
de pose is minder geposeerd en laat de beweging beter overkomen, hierdoor lijkt het echter en is het ruimtelijker
Barok,
dit is te zien aan de overdreven expressies, Barok schilderijen zijn vaak erg theatraal.